"Groen heeft misschien geen haast, maar iemand moet keuzes durven maken"

1 december 2021

Specialist aan het woord: Gerard Bastiaan is landelijk coördinator van de Groene en Archeologische Monumentenwacht.

Groene Monumentenwacht
Links: Gerard Bastiaan

Sinds een paar jaar is er nieuw leven ingeblazen in een monumentenwacht die zich specifiek richt op de instandhouding van groene en archeologische monumenten. Gerard Bastiaan is landelijk coördinator van de dienst, naast zijn werk als inspecteur bij Monumentenwacht Overijssel. Met een groep van vijf inspecteurs - een in Gelderland, twee in Utrecht en twee in Overijssel - probeert hij in alle hulpvragen uit het veld te voorzien. “En die vragen komen uit het hele land.”

Inmiddels inspecteert de Groene en Archeologische Monumentenwacht zo’n 300 monumenten op regelmatige basis. Een eerste groep is eigenaar of beheerder van een archeologisch monument, zoals een landschapsorganisatie, en wil weten of het gebied er nog goed genoeg bij ligt. Eens in de drie jaar verricht de Monumentenwacht daar een schouw. Een tweede groep heeft zijn tuin of park goed op orde; er is vaak nog een vakkundige tuinbaas aanwezig en de vragen die hier spelen gaan veelal over subsidies om het landschappelijke beeld veilig te stellen. Een derde en laatste groep betreft groenaanleggen waar geen vast beheerplan of structuurvisie (meer) aan ten grondslag ligt. De vaste beheerder is verdwenen, kennis is verloren gegaan en de aanleg zelf raakt zienderogen op leeftijd.

Gerard en zijn collega’s denken mee over het beheer en de instandhouding van het monument. Het finetunen van de beeldkwaliteit staat centraal: hoe zou de boomlaag of kruidlaag eruit moeten zien en op welk moment is ingrijpen noodzakelijk? De wachters brengen het probleem in kaart en adviseren over de mogelijke oplossingen, maar doen geen uitspraak over de waardebepaling. Gerard: “Of er nu een spijker ligt of een heel scheepswrak, dat maakt voor ons niet uit.” Om eigenaren voldoende te ondersteunen wordt nauw samengewerkt met diverse groene adviesbureaus en de archeologische Stichting RoelBrandt.

“Wij praten over aandachtspunten, in plaats van gebreken”

Balans

Anders dan bij gebouwde monumenten heb je bij een groen monument te maken met continue ontwikkeling, vertelt Gerard. Al doe je alles goed, toch glijd je gemakkelijk af; simpelweg door het verstrijken van de jaren. Het werk van de Groene en Archeologische Monumentenwacht gaat daarom meer om de monitoring van ontwikkelingen, dan om het zoeken naar een specifieke verstoring. “Wij praten dan ook over aandachtspunten, in plaats van gebreken.” Bij de meeste van die monumenten zie je dat ze op een kritiek punt zijn aanbeland. Eigenaren worden geconfronteerd met de vraag: houd ik dit laatste stukje historie vast of ga ik door naar een nieuwe fase?

Neem als voorbeeld een monumentale bomenlaan. Bewoners en bezoekers willen de bomen het liefst behouden, maar soms is de oorspronkelijke structuur al verdwenen. Door zo nu en dan een boom te kappen of te vervangen, is het beeld onregelmatig geworden. Daarnaast kunnen de oudere bomen een gevaar voor de veiligheid opleveren. Gerard: “Niet alle eigenaren realiseren zich dat de oorspronkelijke structuur vaak belangrijker is dan de waarde van een landschapselement op zich. Een zinken dakgoot van honderd jaar oud is heel fraai maar wil je ook niet op je pand hebben liggen als er gaatjes in komen. Wij proberen in zo’n situatie een eerlijke discussie op gang te brengen, en vanuit onze vakkennis een onafhankelijk advies uit te brengen. Ik denk dat we daarom ook zo toegankelijk zijn voor eigenaren: we blijven nuchter.”

Groene Monumentenwacht

“Eigenaren hebben een eerstelijnsloket nodig”

Kwetsbaarheid

Met ruim 1.300 groene monumenten ligt er in Nederland in potentie een grote opgave. Per jaar kan de Monumentenwacht zo’n 50 inspecties doen, terwijl er al 80 vragen binnenkomen via de provinciale wachten. De vijf monumentenwachters doen de groene en archeologische inspecties in deeltijd naast hun reguliere bouwkundige inspectiewerk. “De vraag overstelpt ons”, waarschuwt Gerard. Ondertussen ziet hij een sneeuwbal op zich af komen. Veel groene monumenten, die zo gebaat zijn bij een vaste onderhoudscyclus, missen een langetermijnvisie. “Niet overal is voldoende inzicht in de monumentale waarden of sturing op onderhoud vanuit vakkennis aanwezig.”

Waar bij gebouwde monumenten al sneller was ingegrepen, zijn sluipende problemen bij groene monumenten nog te vaak onzichtbaar, stelt hij. “De monumentale bomenlijst kennen veel mensen wel, maar het belang van structuren en zichtassen zijn nog relatief onbekend. Als je de eind vorige eeuw aangewezen monumenten opnieuw zou gaan bekijken, zul je bij groen vaak moeten concluderen dat wat we toen zagen, er nu al niet meer is. En als wij er niet zouden zijn, zou er nog veel meer groen verloren gaan.” Idealiter ziet Gerard dan ook in elke provincie een fulltime of parttime groene en archeologische monumentenwachter. “Eigenaren hebben een eerstelijnsloket nodig voor hun vragen.”

Planvorming

Deel van het probleem ligt in de vakkennis, die bij beheerders maar ook bij gemeenten en toezichthouders vaak nog maar beperkt aanwezig is. “Mijn droom is dat er een groen en archeologisch handboek komt, net zoals de provinciale Monumentenwachten op het gebied van bouwkunde hebben. Je moet lastige keuzes immers uit kunnen leggen.” Met de expertise van samenwerkende partners en specialisten als Vincent Stalman – een van de oprichters van de eerste Groene Monumentenwacht – probeert Gerard die vakkennis te verzamelen en te vertalen naar de werkvloer.

Groene Monumentenwacht

“Wij hopen dat inzicht te kunnen brengen”

Met die vakkennis op zak kan de Monumentenwacht meedenken in het opstellen van een beheerplan. Hierin neem je op hoe je wilt dat het gebied eruit ziet en wanneer je welke stappen zet als ingrijpen nodig is. Het meeste onderhoud aan een groen monument hoeft immers niet vandaag te gebeuren maar wel voordat je een structuur of aanleg niet meer kunt herkennen. Een mooi voorbeeld is buitenplaats De Eese bij Steenwijk, waar de Groene Monumentenwacht al vanaf de oprichting in 2010 betrokken werd bij de beschermde park- en tuinaanleg. “Je ziet hier dat we steeds gerichter kunnen gaan kijken naar de aandachtspunten”, legt Gerard uit. In 2010 is begonnen met het gangbare onderhoud, vervolgens werd subsidie aangevraagd en volgde een restauratie van het pinetum met behoud van de historie. Nu volgt de cyclus om de bomen te kunnen monitoren. Gerard: “Groen heeft geen haast maar er moet een keer iemand zijn die keuzes durft te maken. Als je de cyclus van je monument kent, kun je met een beheerplan honderden jaren voort. En wij hopen dat inzicht te kunnen brengen.”

 

Meer weten?